Naar Sossusvlei en Swakopmund
19 / 20 oktober. Windhoek.
Vlucht met Air Namibia van Frankfurt naar Windhoek.
Aankomst vliegveld Windhoek 20 oktober 8.30 uur. Naar
Tamboti Guesthouse, op loopafstand van het centrum, twee
overnachtingen. Mooie kamer met terras aan koud zwembad.
De eigenares waarschuwt ons ervoor niet 's-avonds in het
donker en met dure spullen te gaan wandelen. Alle huizen
zijn hier omringd door flinke muren, hekken en
schrikdraad. Toch is Namibië een veilig land voor
toeristen. We bezoeken het centrum van Windhoek en eten
tussen de middag heel luxueus op het terras op de eerste
etage van restaurant Gathemann met uitzicht op
Independence Avenue en het Zoopark.
21 oktober. Windhoek, Avis dam.
We nemen 's ochtends de huurauto in ontvangst. Dit
neemt ongeveer een uur in beslag. Na een proefritje,
waarbij we even de weg kwijt raken op de vele ringwegen
van Windhoek, gaan we terug naar het hotel. Vervolgens
rijden we langs de B6 naar het oosten naar de Avis dam,
even buiten Windhoek, om vogels te kijken. Deze dam zorgt
voor een redelijk groot stuwmeer dat Windhoek van water
voorziet. Gezien de grootte van het meer heb je er
eigenlijk een telescoop nodig. Er zitten een paar mensen
te vissen en ook zit er ergens onder een rotswandje een
jongeman gitaar te spelen, een soort Namibische hippy.
Hierna doen we inkopen in een groot en luxe
winkelcentrum in het zuidoosten van Windhoek. Achteraf
gezien hadden we hier wel wat minder kunnen inkopen,
omdat we later nog vaak goed voorziene winkels tegen
komen.
22 oktober. Windhoek, Rehoboth, Sesriem. (360 km)
We kopen nog een paar vergeten zaken in Rehoboth.
Dit is onze eerste kennismaking met een kleine Namibische
plaats. Het is er heet en heel releaxed. Aan het begin
van de C24, de eerste gravelweg na Rehoboth, zien we in
de berm een verongelukte terreinwagen met een ambulance
erbij. Dat is wel een spannende introductie van het
rijden op gravelwegen. Gelukkig valt het allemaal erg mee
en rijden we rustig over zeer brede en stille wegen. We
kunnen ruimschoots van het prachtige landschap genieten.
Via de Remhoogtepas gaan we het woeste Namib-Naukluft
gebied in.
We overnachten in het nationale park op de camping bij
Sesriem. Sesriem is een plaatsje waar vrijwel alleen
personeel van het park en de nabije lodges woont. De
camping vinden wij veel beter dan de reisverslagen op
internet suggereerden. We hebben een plaats mooi aan de
buitenkant onder een reusachtige accacia. Kort nadat we
zijn aangekomen begint het licht te regenen. Dat hadden
we niet verwacht in dit uiterst droge gebied. Ook 's
nachts valt er nog wat regen en de volgende dag zien we
steeds donkere en dreigende wolkenpartijen. Op de
camping ben ik druk bezig met de eerste keer de daktent
opzetten, dus is er weinig tijd voor vogeltjes kijken.
Voor zonsondergang maak ik wat landschapsfoto's. Daarna
eten we een eenvoudige maaltijd met geroosterd
gemsbokvlees in de bar van de camping, zodat we alle
kookspullen nog even ingepakt kunnen laten. We moeten
de volgende ochtend namelijk al vroeg op.
23 oktober. Sesriem - Sossusvlei - Sesriem, Solitaire.
(320 km)
Speciaal voor de bezoekers van de beroemde rode
duinen bij Sossusvlei is er een 6o kilometer lange
asfaltweg aangelegd. Toeristen moeten tot zonsopkomst
wachten voor ze het nationale park in mogen.
Campinggasten zijn al in het park en hebben daarom het
voorrecht dat ze een uur voor zonsopkomst mogen
vertrekken. Dat is om 5.30 uur, zodat je kunt profiteren
van het eerste zonlicht op de duinen. In het lage licht
komen de kleuren en de vormen van de duinen het beste
uit. Om 5.00 uur vouw ik in het donker voor het eerst de
daktent op> Dat valt mee. Tegelijk met een paar andere
campinggasten gaan we een klein uur voor zonsopkomst op
weg naar de rode duinen. De eerste stop is bij "Duin 45"
(45 kilometer van de ingang), waar de zon even later
opkomt en waar de inzittenden van een paar
overland-trucks het duin opklimmen, terwijl het personeel
beneden het ontbijt bereidt.
Zonsopkomst in de duinen langs de
weg naar Sossusvlei
Bij kilometer 60 is het parkeerterrein. Vandaar nemen
we een weg door diep zand (dus low-gearing 4wd) naar
Sossusvlei en Deadvlei. Ik weet even niet hoe de
low-gearing in te schakelen en prompt lopen we vast. Dat
is gelukkig weer snel opgelost. We gaan naar de Deadvlei,
nog een half uurtje lopen vanaf de auto. Is het ijs? Nee
zout: een witte vlakte met dode bomen ligt tussen hoge
duinen. Het licht is schitterend. Je kunt hier wel wat
uren rondkijken, tot het te warm wordt. Sossusvlei is de
plaats met de grootste concentratie toeristen die we in
Namibië gezien hebben en dat is in zoverre storend,
dat ze her en der over en op de nu niet meer maagdelijke
duinen klimmen. We zien hier de eerste gemsbokkken en
struisvogels langs de weg.
Na terugkeer brengen we een kortbezoek aan de
Sesriemkloof. Hier stroomt de rivier door die soms het
zestig kilometer verder gelegen Sossusvlei tot een meer
maakt. Nu is de kloof op een klein plasje na geheel
droog. De lunch gebruiken we in de luxe Sossusvlei
Lodge. In de middag rijden we naar Solitaire. We komen
langs een huis gemaakt van flessen, een jongetje laat
het ons zien. We genieten van het prachtige landschap
en de dreigende luchten. Getankt in Solitaire. Hier is
de beroemde bakkerij uit het boek van de Nederlander
Ton van der Lee. De autowrakken bij de benzinepomp
dienen als aristieke versiering van het terrein.
Overnachting bij Solitaire Guestfarm, een lodge met een
kleine camping. In de Lodge kunnen we heerlijk eten. Op
het terrein loopt een tamme springbok rond, die echter
wel brutaal is. Vandaar dat er op elke campingplek een
stokje hangt om de springbok mee weg te jagen. We
zitten nu 100 km van Sesriem.
24 oktober. Soliaire, Kuisebpas, Walvisbay, Swakopmund
(240 km)
In Swakopmund overnachten we in hotelpension
Seabreeze, drie nachten. De route voert door een bizar
landschap, met weidse dorre grasvlaktes, bergen en
zandduinen. Via de Gaub- en Kuisebpas gaan we de
Namibwoestijn in. Dit is een stenige vlakte die langzaam
naar zee afhelt, eerst nog schaars begroeid met lage
planten, maar naarmate de zee dichterbij komt verdwijnt
die begroeiing geheel. We passeren 2 fietstoeristen die
tegen de harde wind in op ongemakkelijk gravel
ongetwijfeld een zware tocht hebben. Bij de
Vogelfederberg, een bizar gevormde rotspartij in het
eindeloze vlakke land, stoppen we even. Het is mogelijk
hier te kamperen, maar er zijn geen voorzieningen.
Vogelfederberg
Na aankomst in het hotel in Swakopmund hebben we nog
tijd om even naar het centrum te rijden en rond te
kijken. Eerst mist het en is het koel, maar de zon gaat
schijnen en het wordt wat aangenamer. Het lokale museum
is de moeite van een bezoek waard. Er zijn spullen uit
de Duits koloniale tijd te zien: huisraad, kleding, een
hele apotheek, drukpersen etc., maar er zijn ook
natuurhistorische exposities. De exposities over
bevolkingsgroepen en historie zijn interessant. Er
wordt duidelijk geworsteld met de wijze waarop het
verleden en heden gepresenteerd moeten worden. De
oudere delen van de exposities ademen nog sterk de
benadering van de blanke heersende klasse. Sinds de
onafhankelijkheid zijn er meer hedendaagse elementen
toegevoegd, waarin het perspectief van de zwarte
bevolking ruimte krijgt. Een grote Uraniumproducent in
de buurt van Swakopmund heeft een zaal waar duidelijk
wordt gemaakt hoe goed er met het milieu wordt
omgegaan. Zo is er een systeem van meetpunten aangelegd
voor het meten van de mate van vervuiling in de
normaliter droge rivier die het gebied van de mijn
ontwatert.
25 oktober. Swakopmund, Walvisbay, Mile Four.
In de ochtend maken we een "Dolphin tour" vanuit
Walvisbaai. Met een catamaran varen we door de lagune
rond Pelican Point en bekijken pelsrobben en pelikanen en
zoeken dolfijnen op zee. De tocht wordt afgesloten met
oester/champagne lunch aan boord. De uitstap is vrij
toeristisch, wel mooi. De gids vertelt over de tanende
visserij (minder vis en grote Russische en Japanse
vissersschepen die veel weg vangen), over de opkomende
offshore industrie in Walvisbaai, waar een groot
olieplatform afkomstig uit de olievelden voor de kust van
Angola wordt opgeknapt en over de wegens de crisis
stilgevallen diamantwinning. 's Middags bezoeken we de
zouwtwinningspannen ten noorden van Swakopmund bij Mile
Four. Het is een desolaat gebied, interessant voor
vogelwaarnemingen.
26 oktober. Swakopmund, Walvisbay, Sandwich Harbour,
Swakopmund.
Dagtocht naar Sandwich Harbour door de zandduinen en
over het strand met Peter van tourorganisatie Turnstone
in zijn Landrover. Peter woont al lang in Namibié
en weet veel van de historie en natuur en houdt van
vertellen. We rijden langs de zoutwinning, door de brede
bedding van de droge Kuisebrivier, waarin ooit een
proefkwekerij voor bomen en struiken is aangelegd. Dit is
nu nog steeds een frappant stukje groen in dit droge
gebied. Het ging erom uit te vinden welke soorten het
beste in het droge klimaat en de zoute omgeving konden
gedijen. Maar niemand wilde er wonen en werken. Toch
wonen in de brede ebdding van de Kuiseb nog enige - oude
- Nama die erin slagen te leven van wat het gebied
oplevert. De Nara melon die hier sporadisch groeit,
levert een zeer eiwitrijk voedsel op voor mens en dier.
De tocht door de duinen en over het strand is af en toe
spectaculair. In de duinen kan een steile helling naar
beneden plotseling opdoemen. Door het gebrek aan contrast
zijn deze steile afgronden moeilijk te zien. Peter moet
over het strand te voet uitproberen of het zand stevig
genoeg is voor de terreinwagen. In al dat zand is er ook
nog enig leven. We zien een kleine kuil met water en de
pootafdruk van een bruine hyena. Een jakhals loopt op het
strand. Daar valt altijd wel wat te halen en de
allerkleinste pelsrobben zijn een makkelijk prooi.