Rietblog.nl

wandelen, reizen, vogels

Namibië 2009

Nam1 (11K)

Vogels Namibië

ijsvogel1 (2K)

diavoorstelling

Caprivi

2 november. Etosha (Namutoni), Tsumeb, Grootfontein, Rundu. N'kwazi lodge met camping.(440 km).
In Tsumeb doen we inkopen. Ik ga met een lokale gids een kijkje nemen in een dorpje in de buurt van de camping. De velden zijn onbebouwd, want het is de droge tijd. Hier en daar scharrelt er een enkele magere koe rond. Alles is uitgedroogd. Het meeste vee wordt nu veel verder weg geweid, aan de andere kant van de B8 een paar kilometer vererop, waar nog voedsel voor de dieren is. De woningen liggen wijd verspreid. Het zijn compounds, die bestaan uit een omheining met op het binnenterrein wat hutjes, een voorraadschuurtje en wat rommel. We bezoeken de compound van een familie die bij navraag uit 17 personen blijkt te bestaan. De mannen zitten in hun eigen hoekje, apart van de vrouwen en de kinderen. De voorraad millet in het voorraadschuurtje is goed. We bevinden ons hier vrij dicht bij de rivier. In maart/april is de waterstand van Kavango sterk gestegen en heeft de rivier de brede oevers overstroomd. We zien nog noodtenten en veel hutten zijn pas weer opgebouwd.

In de namiddag maken we een sundowner tripje met een bootje naar de Angolese kant van de rivier, waar een groep meisjes ons met een lied welkom heet in Angola. Die meisjes zijn overigens zojuist door de rivier van Namibië naar Angola gewaad. Natuurlijk krijgen ze een beloning voor hun gezang. Deze mensen zijn erg arm. Voor het eerst hangt er 's avonds een wat vochtige warmte. 's Nachts val ik van het laddertje naar de daktent. De dagen hierna ben ik blauw en heb ik een pijnlijk been.

3 november. Rundu, Divundu. Nunda River Lodge met camping. (200 km).
We gaan de Caprivistrook in, naar de Kavangorivier bij Divundu en het Mahango National Park. Na 200 km over een lange vrijwel rechte weg, waar af en toe een kleine nederzetting langs de kant ligt. Halverwege is er een grote boerderij waar het land bevloeid wordt. We bereiken Divundu tegen de middag. In dit plaatsje blijkt er in tegenstelling tot eerdere informatie wel benzine te zijn. We verlaten het asfalt en slaan rechtsaf om parallel aan de Kavango nog zo'n 10 kilometer richting Botswana te rijden. We passeren het plaatsje Bagani. Plaatsje wil zeggen dat er ergens een schooltje is, een kerkje en een handvol verspreide huizen en hutten. We kamperen bij de Nunda Lodge die een kilometer van de weg af ligt. Er is een mooie camping met plaatsen direct aan de Okavango. De plaatsen liggen wel vrij dichtbij elkaar, maar zijn door groen van elkaar gescheiden. Er is vrijwel geen gast, er is een mooi zwembad en natuurlijk kan je eten in de lodge, dus zijn we best tevreden met deze overnachtingsplek.

Het stroombed van de Kavango, die in Botswana als Okavango verder gaat, wordt vanaf de Popa Falls bij Divundu langaam breder. Er komen papyrus- en rietvelden langs de oevers en groene weiden waar de rivier de oevers vaak overstroomt. Floodplains heten die vlaktes in het Engels. Nog wel honderd kilometer verder, loopt de rivier uit in een binnenlandse delta, die beroemd is vanwege de ongerepte natuur en het vele wild dat hier te zien is. Menige natuurdocumentaire is er gedraaid.

We maken aan het eind van de middag een sundowner tour over het water van de rivier. We zijn met zijn tweeën, een medewerker van de lodge bestuurt onze boot. Het weer is dreigend, het onweert verderop en even gaat het regenen, maar de meeste regen valt gelukkig verder naar het zuiden. We zien de eerste nijlpaarden van deze reis. We varen ook even naar de Popa Falls. De watervallen zijn niet meer dan een aantal drempels in de rivier, niet hoger dan twee meter, wat stroomversnellingen en wat eilandjes. Niet spectacualair, maar dat wisten we van te voren al. Maar in natuurlijk opzicht is hier wel veel te zien. Langs de kant zit een man in een kano te vissen. Ik wil een foto van dit rustieke tafereeltje maken. De man wordt boos en heeft een langdurige woordenwisseling met de bestuurder van ons vaartuig. Als we het goed begrijpen is deze man een van de shareholders van dit gebied en vindt hij dat we niet in zijn gebied moeten komen. Dit is de enige keer in Namibië dat we een dergelijke ongastvrije behandeling meemaken.
4 november. Mahango Nationaal Park
's Ochtendsvroeg worden we gewekt door de geluiden die de nijlpaarden vlak voor onze kampeerplek maken. 's Nachts moet je hier oppassen voor Nijlpaarden die komen grazen. Vanochtend gaan we eerst het Mahango NP in. We moeten nog een tiental kilometers rijden naar de ingang van het park. Daar is een stil parkkantoortje met schedels van groot wild langs de hekken. Een vrouwelijke ranger legt uit hoe we kunnen rijden en geeft ons een plattegrondje. We volgen de oostelijke route van ongeveer 20 kilometer die grotendeels langs de Okavango leidt. Het is een prachtige route door een gevarieerd landschap. We zien in het eerste half uur: warthog, buffalo, reedbuck, hippo, kudu, roan, elephant. We kunnen hier op ons gemak rijden, stoppen en kijken. Er is veel begroeiing en er zijn iets lager gelegen stroken grond waarop groen gras groeit. Dat is aantrekkelijk voor allerlei dieren. Vooral het uitzicht over de Kavango is schitterend. De rivier stroomt tussen brede groene uiterwaarden, waarin veel dieren te zien zijn. Je mag in dit park uit je auto stappen, je moet dan wel uitkijken voor buffels en olifanten. Buiten je auto heb je een veel directere natuurbeleving dan bij het turen uit de cabine van een auto. Bij een reusachtige Baobab lopen we wat rond.

We brengen hier enige uurtjes door en gaan dan terug naar Divundu voor boodschappen en ijsblokjes voor de koelbox. We kunnnen de auto op de kampeerplaats namelijk niet zo parkeren dat het snoer van onze koelbox het stopcontact kan bereiken. Volgende keer een verlengsnoer organiseren! Met blokjes ijs kunnen we onze wijn en het vlees toch koel houden. Op de camping is er overigens maar een paar uur stroom per dag. We houden siesta.

Aan het eind van de middag maken we nog een tochtje door het Mahangopark, nu naar het westen. Over een heel wat slechtere weg dan vanmorgen gaan we dieper het park in. We zien wat soorten antilopen, maar het waterhole dat we na 10 kilometer bereiken is droog en stil. In principe kan je hier verder rijden en langs een andere weg weer op de hoofdroute komen. Deze weg wordt uitdrukkelijk als een 4wd route aangegeven. Het traject dat we net hebben afgelegd was in onze ogen al vrij zwaar, dus we keren maar om, ook omdat het al laat is. We concluderen dat het Mahango NP zeer de moeite waard is. Het is weliswaar klein, maar erg rijk aan dieren, mooi begroeid en heel prettig te bereizen.
5 november. Divundu, Poapa Falls, Kongola. Mazambala Island Lodge. (200 km)
In de ochtend bezoeken we de Popa Falls, nu te voet. Er is een klein nationaal park met camping en bungalows. Een parkwacht helpt de vrouwelijke toeristen (er is een ander stel) over de stroompjes heen, waarin grote keien liggen. We kijken even naar de watervallen en de natuur er omheen en keren terug om opnieuw boodschappen te doen in de winkel bij het benzinestation.

Nadat we de Kavangorivier zijn overgestoken en een controlepost zijn gepasseerd, komen we in het smalste deel van de Caprivistrook die tussen Botswana en Angola ligt ingeklemd. Het is een zeer dun bevolkt gebied. Er zijn volgens de kaart drie dorpjes, maar in werkelijkheid zijn het er iets meer. Op de volgende tweehonderd kilometer naar de Kwandoriver, zitten er maar een paar flauwe bochten in de weg. De weg loopt door het Bwabwata NP, een nog vrij nieuw park waar de wildstand zich nog aan het herstellen is van de hier gevoerde oorlogen en het stropen. Er zijn hier veel - gedeeltelijk nog kale - bomen, een waar bos. Af en toe is het bos kaalgeslagen voor houtkap of landbouw. Iemand van de Nunda River Lodge vertelde dat ze onlangs over dit gebied was gevlogen en gezien had dat er veel kale stukken zijn. Langs de weg waarschuwen met regelmaat bordjes voor overstekende olifanten, maar we zien die niet. We picknicken langs de weg.

We bereiken de brug over de Kwandorivier en steken die over. Kort daarop zien we het bord dat de weg naar de Mambala Island Lodge aangeeft. We rijden nog een paar kilometer langs koeien en plassen en komen uit bij het punt vanwaar we met een bootje verder moeten naar de lodge: de lodge ligt op een eiland in de rivier. We worden hartelijk ontvangen door de eigenaar en logeren in een leuk bungalowtje. De lodge is prachtig aangelegd en heeft een uitzichttoren vanwaar je over de brede Kwandorivier kunt kijken. De rivier stroomt verdeeld in talloze smalle en kronkelende armen door een breed groen landschap, waar hier en daar groepjes hogere bomen aangeven dat er een eilandje ligt.

Oorspronkelijk was ons plan om van hier het Mudumu NP te bezoeken, dat een twintigtal kilometers zuidelijker ligt. Maar de geïsoleerde ligging van de lodge maakt dat tot een wat minder geschikt plan. Voor een bezoek aan dat park kun je beter een van de campsites in of bij het park opzoeken. We wijzigen ons plan, niet alleen omdat de lodge een erg prettige verblijfplaats is, maar ook omdat er een aantal interessante uitstapjes gemaakt kunnen worden. Ze zijn wel prijzig, maar we hebben elders wel meer betaald voor vergelijkbare excursies. We maken dezelfde middag nog een boottour van 3 uur. We zien veel nijlpaarden, Red Lechwe, Reedbuck, Buffalo en drie Olifanten.
6 november. Kwandorivier, Bwabwata NP.
We beginnen de ochtend met een nature walk. We varen naar een eilandje in de rivier en maken daar de wandeling. De gids kwam hier vroeger al met zijn vader en leerde hoe allerlei planten nuttig gebruikt kunnen worden. Zo zien we een acacciasoort met zeer fijne gevederde bladeren, die vanwege hun zachtheid als toiletpapier gebruikt kunnen worden. Er staan hier veel bomen die kleine ronde vruchtjes dragen (marula) waarop papagaaien afkomen. Ook andere dieren en mensen eten deze vruchtjes. Pas door zo'n wandeling als deze leer je hoe groot de variatie aan planten hier is. De oppervlakkige kijker ziet slechts bomen die erg op elkaar lijken. Op de terugweg zien we een Sitatunga, een schuwe en weinig waargenomen antilope die alleen in rietmoerassen voorkomt. Op de stengels van de papyrus langs de waterlopen zitten heel kleine kikkertjes, die in de avond een luid kwaakkoor vormen.

In de namiddag maken we een game drive in het Bwabwata NP aan de andere kant van de Kwandorivier. We rijden naar de zogenaamde Horseshoe waar vaak erg veel dieren drinken. We zien onder meer common impala, tsetsebe of topi, buffalo en de roan antilope. De Sable antilope hebben we gemist. De olifanten die hier in de droge tijd massaal komen baden en drinken, laten zich nu maar amper zien. Sinds de vroege regens hebben ze zich in kleine groepjes ver van de rivier verspreid om van het elders ontloken groen te eten. Behalve imposante natuur zien we ook de restanten van enkele versterkingen van het Zuid-Afrikaanse leger, dat hier tot twintig jaar geleden aanwezig was en oorlog voerde tegen de vrijheidstrijders uit het noorden.

Dorpje bij Rundu

IMG_1308 (28K) Kleuter/peuterschooltje

IMG_1312 (23K) De jongste generatie

IMG_1314 (27K) Deel van de familie van 17 personen

IMG_1316 (25K) De compound van de familie

IMG_1318 (14K) Kind

IMG_1324 (21K) Gezicht op dorpje