Vanwege de lange reis sta ik al vroeg op. Er zijn rozerode vliegtuigstrepen in de lucht boven het Zieken in Den Haag. De zon komt rond 7.25 op. Een scherpafgetekende rode schijf tussen Delft en Schiedam. Het heeft gevroren, de weilanden zijn wit en de grondmist boven de landerijen reikt tot twee meter hoog. De rook uit schoorstenen stijgt recht omhoog en de windmolens staan stil.
In Renesse hoor ik op weg van het busstation naar het centrum mijn eerste tjiftjaf van het jaar. Ik begin de wnadeling met een kop koffie bij de banketbakker, maar zonder gebak. Om kwart over tien ga ik op weg door een laantje met aan weerszijden villa's, de meeste van voor de Tweede Wereldoorlog die met enige stijl gebouwd zijn en royaal in het groen liggen.
Daartussen staat er opeens protserige nieuwbouw. Ik zie daken met paarsgeglazuurde dakpannen. Ik geloof graag dat geglazuurde dakpannen minder last hebben van mosgroei, dat ze beter bestand zijn tegen weer en wind. Maar als je weet dat een gewone dakpan al snel honderd jaar meegaat, is dat een mager motief voor zo'n lelijke keuze. Of kiest men dergelijke pannen omdat men ze echt mooi vindt? Enige afstemming op de gebruikelijke lokale architectuur is er in ieder geval niet bij. Als je rijk bent, kun je laten zien dat je lak hebt aan anderen.
Foute villa
Ik wandel verder langs de binnenzijde van de zeereep. Aan deze zijde zijn lage open "oude duinen" van twee tot driehonderd meter breed. Daarachter ligt zo nu en dan een camping. Dit binnenduingebied wordt langzaam breder en gaat onder de naam Watergat verder als beschermd natuurgebied.
In deze duinen zie ik behalve wat kneutjes, de eerste tapuiten. Altijd weer een leuk vogeltje om te zien met de opvallende en karakteristieke witte velden op zijn staart. Na wat meters vliegen gaat een tapuit steeds weer zichtbaar zitten op de uitkijk naar insecten. Deze exemplaren zijn zeer waarschijnlijk op doortrek naar Scandinavië. Door de vergrassing van de duinen en de druk van mensen zijn er nog maar weinig broedparen in Nederland overgebleven.
Hierna loop ik bijna twee kilometer over het strand. Het is hier breed. Er liggen brede platen - de Verklikkerplaat - en voor de zeereep vormen zich nieuwe duintjes. De Voordelta groeit. Het punt waar de route het strand weer verlaat is niet eenvoudig te vinden. De markeringen ontbreken op het strand en strandpalen met kilometeraanduiding die houvast kunnen geven, staan in de zeereep. De opgang door de zeereep is iets voorbij het eerste hoge duin op de reep, waarop een grote paal te zien is.
Nu wandeling voert verder door een mooi laag duingebied met roodborsttapuiten en kneutjes. Tussen twee campings door, wat bos en over een smal voetpad langs nog meer campings die overigens redelijk door groen ingesloten liggen, kom ik in Haamstede.
Ik bekijk de oude kerk en het slot, dat niet toegankelijk is behalve op speciale excursiedagen. Het slotpark vormt een oase van rust en onaangetastheid tussen alle recreatievoorzieningen. Met een grote slinger kom ik over een aardig weggetje bijna weer terug bij het punt waar ik Haamstede binnenging. Nu volgen de Zeepeduinen en later de bossen van Westerschouwen. Dit is een verrassend stil, groot en wijds gebied, waar je kilometers lang kunt lopen zonder veel mensen te zien, althans in deze tijd van het jaar en op een doordeweekse dag. De hier ooit voor de Twedde Wereldoorlog geplante dennen zijn behoorlijk hoog geworden.
Oosterschelde - Roompot
Via de uitlopers van het dorp Westerschouwen bereik ik
de dam van de Oosterscheldekering. De beroemde
halfdoorlatende peilerdam.
"Hier gaan over het tij, de maan, de wind en
wij", staat er toepasselijk op een steen bij het
voormalige werkeiland Neeltje Jans. Het het
Oosterscheldewater stroomt met grote kracht door de dam
naar buiten. Tot ver weg is de beroering van het water
te zien.
Oosterschelde - Roompot
Ik besluit om door te lopen naar de Veersedam. Weliswaar wordt het nu een dagmars van ruim 28 kilometer maar ik heb weinig zin om op Neeltje Jans de bushalte op te zoeken en hier de volgende keer weer te beginnen. Ik ben vaker op dit eiland geweest en het is hier voor de wandelaar toch allemaal wat te kunstmatig. De natuur is hier wel de moeite waard. In de winter zag ik hier parel- en ijsduikers in de mosselkwekerijen en sneeuwgorzen op de vrijwel kale bodem. Ik zie dat de duintjes nu bijna geheel door paartjes zilvermeeuwen en in mindere mate kleine mantelmeeuwen zijn ingenomen als broedgebied.
Aan de hefmechanismen van de sluisdeuren van twee van de drie openingen wordt geschilderd. De peilers zijn deels ingepakt in tenten waarbinnen het restauratiewerk plaats vindt. Ik vermoed dat dit een "never ending story" is in dit zoute milieu.
Noord-BevelandLangs en over al deze kunstwerken, over het asfalt en met de blik op de zeestromingen en de langzaam naderbij komende kust van Noord-Beveland, loop ik door en door tot ik na vele kilometers de vaste wal van Noord-Beveland heb bereikt.
Over de zeewering van Noord-Beveland lopend, zie ik links beneden mij het vakantiedorpje de Banjaard - kan dat niet wat mooier? Bij een kraampje aan het begin van de Veersedam bezondig ik mij aan een hamburger en een flinke fles icetea.
De Banjaard. Kan dit niet
mooier?
Ik laat de bus op de nabijgelegen halte hiervoor schieten in de veronderstelling dat er na een halfuurtje weer een zal komen. Dat blijkt niet te kloppen. Dat wordt nog ruim een halfuur wachten bij de halte. Daar heb ik geen zin in. Dus loop ik door naar de volgende halte aan het andere eind van de Veersedam. Maar die halte blijkt hier niet (meer) te zijn. De echt volgende halte is zover dat ik dan opnieuw de bus zal missen. Dus keer ik weer terug. Al met al wordt dit zo de langste etappe van deze wandeling.
→ naar volgende etappe
Door
Watergat
Nieuwe
duinen
Langoed
slot Haamstede: de voetganger wordt hier niet
vertrouwd
Slot Haamstede
Voormalig schooltje in Haamstede
Langs
de bosrand met een boog weer terug
Bunker
onder de Zeepeduinen
Oosterschelde: pijlerdam
Mechanisme van de
spuisluizen
Kunst
op Neeltje Jans
Oosterschelde - Roompot